De normale speenleeftijd van een veulen ligt rond de 9 maanden. Rond de 1,5-3 jaar verlaat het veulen meestal de groep. In de paardenhouderij worden de veulens meestal rond de 4-6 maanden gespeend. Er zijn verschillende manieren dat veulens gespeend worden. Je kan er voor kiezen dat je het veulen vroeg of laat speent of dat je hem abrupt verwijderd van de merrie of dat je dat op een geleidelijke manier doet. Elke paardenhouder doet dit anders. Het belangrijkste is dat als je een veulen speent dat die dan ook al kracht voer en ruwvoer kan eten. Je kan ook het beste al vanaf dat de veulen is geboren veulenbrokjes geven. Dan went de veulen hier al aan.

Als je de veulen gaat spenen kan je het beste het veulen in de stal laten en de merrie ergens neerzetten waar ze het veulen niet hoort en waar het veulen de merrie niet hoort. Als de veulen en merrie al vaker zijn gescheiden bijvoorbeeld voor training zal dit makkelijk gaan. Als dit niet het geval is kan het veulen gaan roepen en rond rennen in de stal. Zowel de merrie als de veulen wennen snel aan de nieuwe situatie. Als het zou kunnen kan je het veulen we bij andere veulens zetten, dit kan werken als afleiding.

De merrie zal niet direct na het spenen, geen melk productie meer hebben. Je kan zorgen dat dit verminderd als je paar weken voor het spenen het krachtvoer van de merrie minimaliseert. Als je het veulen speent terwijl de merrie nog een erge melk productie heeft kan de uier van de merrie gaan ontsteken wat heel erg pijnlijk is.

Het veulen moet goed aan de nieuwe omgeving wennen. Zorg wel dat het veulen genoeg voer heeft en als je hem in paren zet dat de veulen in de laagste rangorde ook genoeg eten krijgt.