Na 306 dagen moet je de drachtige merrie niet meer verplaatsen. Er kan dan veel stress ontstaan en de merrie gaat antistoffen aanmaken voor de bacteriën in de nieuwe omgeving. Dit kan de dracht verstoren.

Binnen bevalling

Een goede kraamstal is aan elke kant afsluitbaar of dicht, de stal mag geen tochtgaten hebben of kieren en openingen onder de deur. Als bodembedekking kan je het beste een dichte laag stro of vlas gebruiken, liever geen zaagsel in verband met veel stof.

De voordelen

• veel controle over de bevalling
• de eigenaar of de dierenarts kan goed bij de merrie
• warm en droog
• veilig
• mogelijkheid voor camera's op te hangen
• men kan makkelijk bij het licht en water.

De nadelen

• kleinere ruimte dan buiten
• stoffig
• beperkte ventilatie
• merrie kan zich vast rollen of verkeerd tegen de muur gaan liggen.

Buiten bevalling

Een goede weide omgeving is vrij van mest en is goed onderhouden. Om de weide zit een goed hek zodat de veulen niet buiten de weide kan komen na of tijdens de bevalling. Er moet water licht en stroom voor hulp, aanwezig zijn, indien nodig. Het zou ook fijn voor de merrie zijn als er soortgenoten in of in een wei ernaast aanwezig zijn

De voordelen

• hygiënischer dan in een stal
• kudde gevoel is sterker als er andere soortgenoten bij staan
• bijna geen gevaar voor het vast komen te liggen van de merrie
• gezonde buitenlucht

De nadelen

• de hulp en controle van een mens is minder gemakkelijk
• verwisselende weersomstandigheden
• het hek werk moet helemaal in orde zijn en moet geschikt zijn.
• minder camera mogelijkheden
• weinig licht.